Les objectifs d'apprentissage 

Aan het einde van de les...

1. kan de leerling de wederkerende werkwoorden op -er vervoegen. 

2. kan de leerling de wederkerende werkwoorden op -er herkennen in een tekst. 


Introduction 

In deze grammatica les worden de wederkerende werkwoorden (les verbes pronominaux) op -er behandeld in de tegenwoordige tijd (le présent).

Een wederkerend werkwoord is een werkwoord met ''se'' ervoor, in het Nederlands is dit een werkwoord met ''zich''. Bijvoorbeeld: se maquiller (zich opmaken), se laver (zich wassen), se peigner (zich kammen). Net als in het Nederlands moet ''se'' aangepast worden als het werkwoord wordt vervoegd. 

In de tabel hiernaast zie je de vervoegingen voor de wederkerende werkwoorden op -er.

se maquiller zich opmaken
je me maquille ik maak me op
tu te maquilles jij maakt je op
il/elle/on se maquille hij/zij/men maakt zich op
nous nous maquillons wij maken ons op
vous vous maquillez jullie maken je op / u maakt zich op
ils/elles se maquillent zij maken zich op

Orientation

Répondez aux questions 

1. Écoutez la chanson et soulignez les verbes pronominaux.

2. Traduisez les verbes pronominaux soulignés.

3. Quel est le message de la chanson? 


Application

Choisissez un pion (rouge, bleu, vert, jaune).

Lancez le dé, relancez le dé pour connaître la personne avec laquelle conjuguer le verbe et conjuguez le verbe au présent. 


Assimilation